Aanschaf

Eén op vier huisgezinnen heeft een hond, dit betekent zowat 1,1 miljoen honden in België. Maar niet in alle gevallen is het houden van een hond als deel van een gezin een succes-story. In 2005 zaten er bijvoorbeeld 39176 honden in asielen, 31% ging terug naar de eigenaar, 51% werd geplaatst, de rest werd geëuthanaseerd.  Daarenboven wordt een onbekend aantal honden jaarlijks geëuthanaseerd bij de dierenarts omwille van gedragsproblemen.

Ben ik wel geschikt voor een hond?

Een hond in huis halen mag geen bevlieging zijn maar moet een weloverwogen keuze zijn aangezien dit een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. Voordat je een hond aanschaft is het belangrijk dat je even stil staat bij de veranderingen die dit de komende 10 tot 13 jaar in het gezin zullen teweeg brengen. Wanneer je een lieve kleine labradorpup aanschaft dan heb je na enkele maanden een grote hond van 35kg in huis. In tegenstelling tot een kat is een hond een groepsdier. Dit betekend dat je veel tijd en energie, in de vorm van spel en wandelingen, in je hond zal moeten stoppen. Heb je al nagedacht over wat je zal doen met de hond als je op vakantie gaat? Hou er ook rekening mee dat een grote hond een behoorlijke hap uit het gezinsbudget kan nemen aan voeding, dierenartskosten, speeltjes, behuizing, pension….

Een pup of een volwassen hond (uit het asiel)?

Een pup is niet altijd een betere keuze. Het voordeel van een pup is dat je hem van jongs af aan kan ‘vormen” en opvoeden, dit kost echter heel veel tijd. Als je de opvoeding en socialisatie verwaarloost door tijdsgebrek kunnen rond zijn eerste jaar de gevolgen (gedragsproblemen) de kop opsteken? Dit verklaart waarom er zoveel honden van één tot anderhalf jaar in de asielen binnengebracht worden.  Koop nooit een puppy bij een zogenaamde ‘broodfokker’ of ‘hondensupermarkt’. De socialisatie laat bijna altijd te wensen over. Dit is echt vragen om moeilijkheden. Koop je pup liever bij een goede fokker die zijn pups samen met de moederteef in de woonkamer laat opgroeien.
Wanneer je een opgevoede volwassen hond neemt (boven 18 maand) weet je min of meer wat je in huis haalt. Let wel: wanneer deze hond gedragsproblemen heeft (bv onzindelijk) dan is het niet eenvoudiger of sneller op te lossen dan bij de opvoeding van een pup.
Nergens is er zoveel keus in volwassen honden als in een asiel. Asielhonden hebben als voordeel dat ze veel goedkoper zijn en dat ze in orde zijn met al hun inentingen en voorzien zijn van een identificatiechip. Wanneer je een hond uit het asiel wilt, vraag dan zoveel mogelijk info over de hond zijn verleden, de problemen die hij heeft, de reden waarom hij geplaatst werd en hoelang hij al in het asiel zit. Informeer u degelijk en denk goed na, neem geen hond met problemen uit medeleven als je geen ervaring hebt. Het is onfair om ‘lotto’ met een asiel hond de spelen en hem terug te dumpen als hij niet voldoet aan je verwachtingspatroon of omdat je zijn gekende problemen niet kan oplossen!
Over het juist en volledig informeren van de nieuwe baasjes hebben de eigenaars van het asiel een zeer grote verantwoordelijkheid.

Rashond of kruising?

Kruisingen zijn meestal ‘sterker’, worden ouder en worden minder ziek dan rashonden die meer last hebben van genetische afwijkingen en erfelijke aandoeningen. Het voordeel van een rashond is dat je vooraf weet hoe hij er als volwassen hond zal uitzien en welke genetische aanleg eigen is aan het ras. Zo zijn terriërs vaak zelfstandig, actief en fel en hebben ze aanleg tot graven. Jachthonden hebben veel beweging nodig en breken soms uit in gebieden waar wild voorkomt. Waakhonden en bepaalde herdershonden hebben een zeer consequente opvoeding nodig zijn aanhankelijk aan de familie maar wantrouwig tegenover vreemden en kunnen blafferig zijn. Gezelschapshonden zijn vrijwel altijd klein en eenvoudiger op te voeden.
Iedere hond heeft of krijgt zijn eigen persoonlijkheid en temperament. Rasgebonden gedragskenmerken worden in de praktijk soms overschat. Socialisatie, opvoeding en dagelijkse omgang zijn het allerbelangrijkste!

Reu of teef?

De voor- en nadelen van beide geslachten kunnen kort worden samengevat: een reu is groter, zwaarder en meestal dominanter dan een teef van hetzelfde ras. Teven zijn meestal gemakkelijker op te voeden en aanhankelijker. Ze worden echter tweemaal per jaar gedurende 21 dagen loops.